Op 1 mei 2019 verscheen in de Volkskrant het bericht over neusspray in relatie met socialer gedrag bij autistische kinderen. Wij vonden dit dermate interessant dat wij het bericht volledig gekopieerd uit desbetreffende Volkskrant hier plaatsen.

Een neusspray maakt kinderen met autisme socialer. Dat schrijven onderzoekers van de Stanford Universiteit in het wetenschappelijke tijdschrift Science Translational Medicine, dat deze week verschijnt. 
Kinderen met autisme die een maand lang een neusspray met vasopressine gebruikten, vertoonden socialer gedrag. Ze konden beter gezichtsuitdrukkingen herkennen en emoties van anderen interpreteren. Ook hadden ze minder last van angstsymptomen en repetitief gedrag dan de kinderen in de placebogroep, die het medicijn niet kregen. Het is de eerste keer dat onderzoek zulke resultaten laat zien.

De groep kinderen – tussen de 6 en 12 jaar oud, 25 jongens en 5 meisjes – kreeg elke dag een dosis vasopressine, een hormoon dat ook in de hersenen zit. Uit eerdere onderzoeken blijkt dat het hormoon een belangrijke rol speelt in het sociale gedrag van zoogdieren. Hoe dat precies werkt, weten onderzoekers niet.

De wetenschappers concludeerden dat de kinderen socialer werden aan de hand van tests die de kinderen in het laboratorium deden en van vragenlijsten die de ouders en artsen invulden. Zij wisten niet of het kind het medicijn of een placebo kreeg. De kinderen hadden weinig last van bijwerkingen.

Potentiële doorbraak

‘Ik zou dit een potentiële doorbraak noemen’, zegt autismeonderzoeker en hoogleraar psychiatrie Jan Buitelaar van de Radboud Universiteit, die niet betrokken is bij het onderzoek. ‘Het effect van de neusspray bij kinderen is buitengewoon sterk, nog sterker dan het effect van ritalin bij adhd. Het is vrij uniek dat een medicijn effect heeft op het sociale gedrag. Uit dit onderzoek blijkt overtuigend dat het medicijn kinderen met autisme socialer maakt.’

Wat is de norm?

Een studie naar volwassen mannen met autisme die tegelijkertijd verschijnt, laat minder positieve resultaten zien. De wetenschappers zagen geen duidelijke verbetering van het sociale gedrag van de mannen. Het medicijn dat getest werd richtte zich ook op het hormoon vasopressine, maar dan omgekeerd: het medicijn onderdrukt het hormoon juist in de hersenen. ‘Op het oog een tegengestelde actie, maar ook dat zou effect kunnen hebben’, zegt hoogleraar Buitelaar. ‘We weten gewoon nog niet wat vasopressine precies doet in de hersenen, en waarom de neusspray het sociale gedrag van kinderen verbeterde.’

Joli Luijckx van de Nederlandse Vereniging voor Autisme staat niet meteen te juichen. ‘Met zo’n medicijn ga je ervan uit dat mensen met autisme hun sociale gedrag wíllen veranderen. Ik denk niet dat dat zo is. Wij zijn voor verder onderzoek, maar we moeten wel goed nadenken: wat voor norm leggen we op?’
Het medicijn ligt nog niet in de apotheek. ‘Daar is het veel te vroeg voor’, zegt Buitelaar. Hij schat in dat het minstens vijf jaar duurt voordat de neusspray eventueel op de markt komt. Áls het middel al door de volgende testfases komt. ‘Daar zijn minstens twee onafhankelijke studies voor nodig, met grotere groepen kinderen. Er moet onderzoek gedaan worden naar de veiligheid en de langetermijneffecten. En: onderdrukt het medicijn slechts de symptomen, of zorgt het voor genezing?’