Een bericht van RTL wat wij de moeite van het plaatsen waard vinden.

Een kantoorbaan vinden of een eigen bedrijf starten, is voor mensen met autisme geen vanzelfsprekendheid. Marijn Bon, die zelf zes jaar geleden de diagnose kreeg, schreef er het boek ‘Ondernemen(d) met autisme’ over. “Ik verstond mijn vak, werd gezegd, maar als mens wisten ze niet wat ze aan mij hadden. Dus moest ik eruit.”

Het is inmiddels alweer jaren geleden dat Bon (38) deze opmerking van haar toenmalige werkgever kreeg. Voor haar was dat het moment om een jaar tussenuit te gaan, om uit te zoeken wat er nu met haar was. “Mijn werk deed ik altijd goed, maar op het sociale vlak lukte het maar niet. Over koetjes en kalfjes praten is lastig voor mij, net als een kletspraatje tussendoor.”

Ze was toen begin dertig, voelde zich alleen en depressief. Intensieve groepstherapie volgde. Daar zei iemand tegen haar, dat ze misschien autisme had. Ze ging erover lezen op internet. “Ik dacht dat alleen ict-nerds daar last van hadden, en vooral mannen. Ik herkende zoveel, vooral hoe prikkels binnenkomen, het soms niet kunnen focussen, het nauwkeurig zijn.”

Kantoortuin is regelrechte ramp’

Wat bleek: 1 procent van alle Nederlanders, ongeveer 190.000 volwassenen, is gediagnosticeerd met autisme, een stoornis in het verwerken van informatie.

Dat heeft veel nadelen, maar ook voordelen, zoals een goede focus, zegt Bon. Zij kreeg allemaal onderzoeken en inderdaad, de diagnose autisme volgde én het advies om maximaal 20 uur per week te werken.

Zo kon ze de hoeveelheid prikkels doseren. Zoals Bon zelf ook zegt: “Zo’n kantoortuin is echt een regelrechte ramp voor mij. Ik krijg geluiden ongefilterd binnen en kan dus niets wegfilteren. Dat kost enorm veel energie.”

“Ik ging acteren. Sociaal doen omdat nu eenmaal van je verwacht wordt als je met andere mensen samenwerkt.”

‘Niet hoeven doen alsof’

Alles veranderde toen ze training volgde van ondernemer Petra Wermink-Vos, die ze later ook interviewde voor haar boek. Wermink begeleidt mensen met autisme en ADHD. 

“Ze was zo motiverend, gaf goede tips. Ik wilde dat opschrijven en anderen weer inspireren”, zegt Bon. En nu drie jaar later ligt er een boek vol verhalen waaruit blijkt dat autisme en ondernemen, en autisme en werken in de kantoortuin best samen kunnen gaan.

Zelf heeft Bon inmiddels een baan als contentspecialist bij Swink webservices, een bedrijf waar 70 procent van de werknemers autisme heeft. Ze helpt klanten bij het actueel houden en beter vindbaar maken van hun online content.”Het is geen sociale werkplaats, maar een commercieel bedrijf waar ze je gewoon net wat beter begrijpen. Je hoeft daar niet te doen alsof”, benadrukt Bon.

Staande houden in gesprekken

Jarenlang heeft ze dat wel gedaan. “Ik ging acteren. Sociaal doen omdat nu eenmaal van je verwacht wordt als je met andere mensen samenwerkt”, zegt ze.

Bon zoekt even naar woorden om het uit te leggen en komt dan tot de vergelijking met autorijden. “In het begin ben je bezig met alle handelingen en als je die onder de knie hebt, let je meer op de weg. Ik leerde mijzelf sociale praatjes aan. Soms schreef ik scriptjes uit zodat ik wist hoe ik me staande moest houden in gesprekken.”

Autisme in alle beroepsgroepen

Van de mensen met autisme heeft 28 procent betaald werk, blijkt uit cijfers van de Nederlandse Vereniging voor Autisme. Volgens Alida Stukker komt autisme bij werknemers in alle beroepsgroepen voor. 

Stukker is Autisme Loopbaandeskundige bij het Dr. Leo Kannerhuis, een expertise- en behandelcentrum voor autisme. Afhankelijk van het karakter en de mate van autisme kunnen sommigen wel werken, anderen niet, zegt zij.

Daarnaast kan niet iedere werkgever er even goed mee omgaan als iemand meldt dat hij autisme heeft, weet Stukker uit ervaring. Toch is het wel goed als collega’s of leidinggevenden op de hoogte zijn, zegt ze.

“Neem een bedrijf dat opeens met een ander inkloksysteem gaat werken. Voor ons wellicht geen probleem, maar op iemand met autisme kan dat grote impact hebben.” Sommige mensen hebben baat bij levenslange begeleiding. Haar advies: “Kijk wat je zelf nodig hebt en wat handig is en bespreek dat.” 

Koptelefoon en duidelijke afspraken

Bons nieuwe collega’s begrijpen dat werken een dag na de kerstborrel, te veel gevraagd is voor haar. “Ik moet doseren”, zegt ze. Nu ze weet hoe ze dat moet doen, bijvoorbeeld door haar telefoon op gezette momenten te gebruiken, heeft ze juist meer energie. Bon werkt nu 32 uur.

Klanten waar ze soms ook een dag in de week op kantoor moet werken vertelt ze allemaal dat ze autisme heeft. “Ik vertel dan direct wat ik nodig heb, zoals een koptelefoon om mij soms af te kunnen sluiten van de herrie, een plek met overzicht en duidelijke opdrachten.”

Als iemand tegen Bon zegt dat ze het fijn vinden als iets gedaan wordt, belandt dat achteraan haar prioriteitenlijste. “Als iemand zegt: dit moet nu gebeuren dan laat ik alles vallen en doe ik het gelijk.”

‘Arbeidsmarkt niet autismevriendelijker geworden’

Ze vindt het jammer dat autisme door werkgevers soms gezien wordt als risico. Zeker bij meer sociale, communicatieve beroepen. “De arbeidsmarkt is met die flexibilisering ook niet autismevriendelijker geworden”, zegt ze. “Alles moet snel en je moet je snel kunnen aanpassen.”

Ondernemen en autisme gaan daarom juist goed samen, denkt zij. En digitaal communiceren is daarbij een uitkomst. “Je hoeft niet te bellen, maar kan mailen. Dat is voor deze mensen echt heel fijn.”

Net als het indelen van je eigen uren en werken vanuit huis. “Ondernemers worden vaker dan werknemers beoordeeld op het eindproduct en niet op of je wel in een team past. Dat geeft ze rust.”

Bron • RTL Z / Maaike Homan